Op het einde zijn we naar het inleefatelier in Studio Globo gegaan. We moesten daar in een ‘vliegtuig’ stappen en kregen een T-shirt, een Filippijnse naam en een hoedje. De kinderen met een rode naam, moesten met een vrouw meegaan. De anderen wisten niet wat er aan de hand was, maar iets later mochten zij ook met een andere vrouw meegaan. De kinderen met de rode naam waren de bewoners van de stad. De kinderen met de blauwe naam werden de bewoners van het dorp. Iedereen kreeg een rol. We moesten vanalles doen: Vis inpakken, water verkopen, … Er zijn veel verschillen met België. In de Filippijnen moet je met peso’s betalen, hier met euro’s. Er zijn ook veel andere beroepen zoals een uitbater van een sari-sari winkeltje. Dat is een winkeltje waar je vanalles kan kopen zoals een klein zeepje.
Iedereen vond het super! Op het einde was er een groot feest. We hebben gezongen en gedanst. Toen moesten we spijtig genoeg al weggaan. Terug het vliegtuig in en…. ZOOOEEEF… Terug in België!
Büsra, Helena en Houcine